De meeste paarden hebben medio oktober hun zomervacht grotendeels verruild voor een dikkere wintervacht. En hoewel zo’n teddyberenvacht lekker warm is, is dit niet altijd handig als je ook in de winter met je paard traint. En dus is het tijd om je paard te scheren. We zetten alle aandachtspunten omtrent het scheren van je paard op een rij.

Waarom

De omgevingstemperatuur, maar met name de lengte van het (dag)licht zijn van invloed op het aanmaken van de wintervacht. Deze factoren geven de hersenen van het paard een seintje, waardoor er verandering optreedt in de hormonen die zorgen voor haargroei. Wanneer je echter in de winter ook traint en je paard gaat zweten in zijn dikke(re) vacht, kan het soms langs duren voordat de wintervacht weer is opgedroogd. In de tussentijd moet je dan voorkomen dat je paard het koud krijgt. Daarom wordt er vaak voor gekozen paarden met een dikkere vacht te scheren. Tijdig een deken op doen, kan voorkomen dat je paard een erg dikke vacht aanmaakt. Hoe dik de wintervacht wordt verschilt bovendien per paard. Een bijkomend voordeel is dat de naverzorging minder tijd in beslag neemt en er minder resten van stof, zweet en vuil in de haren achter blijven, waardoor huidziekten minder kans krijgen om te ontwikkelen.

Wanneer

Het beste moment voor het scheren van paarden, is als de wintervacht helemaal is ontwikkeld. Meestal is dat ongeveer half oktober. Na het scheren blijven de haren natuurlijk wel doorgroeien, waardoor je vaak meerdere keren per winter moet scheren. Meestal is dit twee keer per jaar en scheer je de tweede keer in januari. Scheren lukt niet altijd helemaal streeploos. Plan het scheren daarom goed in. Heb je bijvoorbeeld een belangrijke wedstrijd, dan kan je het beste ongeveer 2 weken voor de wedstrijd scheren. Dan zijn de strepen weggetrokken als je op wedstrijd gaat.

De voorbereiding

Scheren gaat het beste als de vacht goed schoon is. Ook voor het behoud van de scheermachine is dit van belang. Door de vacht van het paard van te voren te wassen krijg je het beste resultaat. Wel is het belangrijk dat de vacht helemaal droog is voor je begint met scheren! Een natte of bezwete vacht kan je niet (goed) scheren. Is er geen gelegenheid om het paard te wassen, of is de vacht bijvoorbeeld zo dik dat deze niet meer gaat drogen dan is het zaak om heel goed te poetsen.

Zorg voor een schoon scheerapparaat met schone scherpe messen en zorg ervoor dat het goed geolied is. Ook tijdens het scheren moet je het apparaat regelmatig oliën. Stel de scheerkop goed af; is deze te los afgesteld dan zullen de haren tussen de messen door ‘glippen’. Is deze te strak afgesteld dan loopt het apparaat te snel warm. Voor de grote oppervlakken gebruik je een groter apparaat. Vaak is het handig om ook een tondeuse bij de hand te hebben voor de lastige kleine plekjes. Een tondeuse maakt bovendien vaak veel minder geluid, waardoor paarden dit minder spannend vinden als je bijvoorbeeld het hoofd wilt scheren.

Veiligheid

Het scheren van paarden vraagt om enige handigheid. Niet alleen is het belangrijk dat het paard er een goede ervaring mee krijgt of houdt, maar ook dat het veilig gebeurd. Je hangt immers in allerlei houdingen  om en onder het paard met een apparaat dat ook nog eens behoorlijk geluid maakt. Zorg daarom om te beginnen voor een lichte, ruime en veilige werkplek. Sommige scheerapparaten hebben een accu, maar veel scheermachines hebben een snoer en soms heb je ook nog een verlengsnoer nodig. Besteedt zowel van te voren als tijdens het scheren aandacht aan waar het snoer ligt of hangt en zorg ervoor dat het paard er niet op kan gaan staan of dat het bijvoorbeeld tussen zijn benen terecht komt. Zorg ervoor dat je zelf altijd gemakkelijk weg kunt; ga er dus nooit bij zitten. Op je hurken zitten kom je voor sommige plaatsen niet onderuit, maar blijf ‘op je voeten’. Houdt met je vrije hand zo veel mogelijk contact met je paard, zo voel je of het paard ontspannen is of juist gespannen is en dat je even extra moet opletten.

Scheren en scheerpatronen

Scheren doe je in lange banen tegen de haren in. Laat de banen elkaar ongeveer voor een kwart overlappen om zo streeploos mogelijk te scheren. Ook kan je nog een keer haaks over de geschoren banen heen gaan om eventuele strepen zo veel mogelijk weg te werken. Je hoeft niet hard te duwen op het scheerapparaat. Volg de vorm van het paard met een zachte gelijkmatige druk. Bekijk als je klaar bent je paard ook eens in ander licht, soms zie je dan toch nog een stukje dat je bent vergeten. Ga je voor het eerst scheren dan is het een goed idee om dit samen te doen met iemand die hier ervaring mee heeft. Hoewel je vaak prima alleen een paard kan scheren is een paar extra handen in de buurt soms best handig. Bijvoorbeeld om even een been naar voren te trekken als jij tussen de voorbenen wilt scheren.

De meeste sportpaarden worden helemaal geschoren, op een klein gedeelte op de rug onder het zadel na. Deze haren vormen een natuurlijk sjabrak en beschermen de huid onder het zadel. Staat een paard veel buiten maar wordt er ook mee getraind, dan wordt er soms ook voor gekozen om een jacht- of dekenmodel te scheren. Dan worden alleen de gebieden waar een paard snel zweet, zoals de onderkant van de hals en buik en de flanken geschoren. Heb je niet zo’n vaste hand, dan kan je het patroon ook eerst met een krijtje op je paard tekenen. Voor het deel onder het zadel werkt het ook goed om langs een gelpad of zadelonderlegger te scheren.

Na het scheren

Na het scheren kan je het paard (nogmaals) wassen om hem te verlossen van alle losse, kriebelende haren en het doffe laagje huidvet. Een geschoren paard moet daarna wel een of meerdere dekens op, ter vervanging van de isolerende werking van de vacht. Let met een geschoren paard ook op dat hij niet te snel afkoelt na de training. Gebruik hiervoor als het koud is een uitrijddeken of zweetdeken. Tot slot is het belangrijk dat het paard voldoende ruwvoer tot zijn beschikking heeft om zichzelf warm te houden.

Blijf op de hoogte en mis geen blogs!

Vul uw e-mailadres in en ontvang al onze nieuwe blogs direct in uw mailbox.