In de natuur is een paard 14 tot 16 uur per dag bezig met foerageren; voedsel verzamelen. Het verteringsstelsel van het paard is er dan ook op gebouwd om aldoor kleine hoeveelheden structuurrijke vezels te verteren. Voor een goede maag-darmwerking hebben paarden dus ruwvoer nodig. Ruwvoer is de basis van het rantsoen. Maar wat is ruwvoer precies, welke soorten zijn er en hoeveel kilo heeft een paard daarvan eigenlijk nodig?

Wat is ruwvoer en waarom is het belangrijk?

Ruwvoer is de verzamelnaam voor alle voedermiddelen met een vezellengte van 8 mm of langer. Is de vezellengte korter dan 8 mm, dan spreken we van krachtvoer. Stro, gras, hooi, kuilgras, luzerne en snijmaïs zijn de meest gebruikte ruwvoeders voor paarden.

Ruwvoer is zeer belangrijk voor de gezondheid van een paard. Doordat een paard veel moet kauwen op ruwvoer, wordt er veel speeksel aangemaakt. Dit speeksel zorgt ervoor dat het voedsel een gladde brei wordt zodat het makkelijk doorgeslikt kan worden, maar het neutraliseert ook het maagzuur. Voldoende speekselen is belangrijk om bijvoorbeeld maagzweren te voorkomen. Het ruwvoer levert het grootste deel van de energie die een paard nodig heeft en het verwerken van ruwvoer zorgt voor warmte; hiermee houdt een paard zichzelf warm. De vezels in het ruwvoer zorgen bovendien voor een goede en evenwichtige darmflora en het vele kauwen voorziet het paard in zijn natuurlijke kauwbehoefte.

Welke soorten ruwvoer zijn er?

Hooi
Hooi is één van de meest gebruikte ruwvoeders voor paarden. Het is door de zon gedroogd gras en is vrij constant van kwaliteit. Goed hooi ruikt fris en kruidig, heeft lange stengels en is lichtgroen tot geel van kleur. Een paard mag hier in principe onbeperkt van eten, al kan de behoefte per paard verschillen. Een te dik paard dat af moet vallen kan beter gevoerd worden met hooi van een grofstengelige kwaliteit, terwijl jonge schrale paarden of oudere paarden meer baat hebben bij fijn, groen hooi. Een nadeel is dat hooi stoffig kan zijn, wat irritaties van de luchtwegen tot gevolg kan hebben. Wanneer hooi niet droog genoeg van het land gehaald is, of later nat is geworden doordat het bijvoorbeeld niet goed is opgeslagen, kan het gaan schimmelen.

Kuilgras
Kuilgras wordt ook wel kuil, kuilhooi of voordroogkuil genoemd. Voor kuilgras wordt het gras op het land korter gedroogd dan voor hooi en vervolgens wordt het luchtdicht in plastic balen verpakt. Hierdoor ontstaat een fermentatieproces waardoor het kuilgras geconserveerd wordt. Goed kuilgras voor paarden is van gemiddelde tot langstengelige kwaliteit, voelt vochtig aan en heeft een fris zure geur. Kuilgras bevat meer energie en eiwitten dan hooi en is vochtiger en minder stoffig. Paarden die hier gevoelig voor zijn kunnen door de wisselende kwaliteit van kuilgras of de micro-organismen die zorgen voor de conservering, nog wel eens reageren op kuilgras in de vorm van diarree. De balen kuilhooi kunnen buiten worden opgeslagen, maar er mogen geen gaatjes in het plastic komen, dan kan het gaan schimmelen.

Voor koeien wordt ook wel ‘koeienkuil’ gebruikt, van jong gras met weinig structuur. Dit kuil is vaak bruiner en natter en niet geschikt voor paarden!

Gras
Wanneer je paard op de wei staat, maakt het gras ook deel uit van zijn rantsoen. Gras bestaat voor een groot deel (ca. 85%) uit water en de voedingswaarden zijn onder andere afhankelijk van de soort gras en het seizoen. Op de wei kunnen paarden het beste hun natuurlijke gedrag vertonen en worden zij voorzien in hun behoefte om te kauwen en te foerageren. Wanneer je paard weidegang niet gewend is, is het zaak dit geleidelijk aan op te bouwen om koliek of hoefbevangenheid te voorkomen. Lees hier meer over Voertips voor een vlekkeloze overgang naar het weideseizoen.

Stro
Stro wordt voornamelijk gebruikt als bodembedekker van de boxen, maar vaak wordt vergeten om stro mee te nemen in de rantsoenberekening. Stro is een gedroogde stengel van een graan, vaak van tarwe. De voederwaarden van stro zijn laag, maar het bevat wel veel vezels. Een te veel aan stro (door te weinig hooi of kuilgras) kan echter wel leiden tot verstoppingskoliek.

Luzerne
Een ander veelgebruikt ruwvoer is luzerne. Het is een gewas dat (kunstmatig of door de zon) gedroogd wordt en vervolgens wordt gehakseld. Een voordeel van luzerne is dat het veel bouwstoffen, vitamines en mineralen maar weinig suiker bevat en de eiwitten goed verteerbaar zijn. De calcium-fosforverhouding in luzerne is echter niet goed voor paarden. Luzerne bevat 2 keer zo veel calcium als gewenst. Wanneer je grote hoeveelheden (meer dan 2 kg per dag) hiervan voert, moet dit gecompenseerd worden met supplementen of vanuit het krachtvoer. Luzerne, zoals HippoLuz wordt veelal gebruikt om door het krachtvoer te mengen. Het paard moet hierdoor meer kauwen en maakt meer speeksel aan. Ook de verblijftijd van het krachtvoer in het maagdarmkanaal wordt hierdoor verlengd en dit bevordert de krachtvoeropname.

Snijmais
Om paarden dikker te krijgen wordt nogal eens snijmais ingezet. Snijmais is gehakselde en ingekuilde mais. Net als bij kuilgras wordt de mais geconserveerd door het inkuilen. Snijmais bevat veel energie en vezels, maar weinig eiwitten, waardoor het een goede aanvulling kan zijn. Het zetmeel in snijmais is echter minder goed verteerbaar voor paarden, waardoor snijmais als aanvulling op het rantsoen gebruikt kan worden, maar niet als het enige ruwvoer. De zurige smaak van snijmais maakt dat niet alle paarden het smakelijk vinden.

Hoeveel ruwvoer heeft een paard nodig?

Een paard (met een normaal gewicht) heeft dagelijks 1 tot 1,5 kg per 100 kg lichaamsgewicht nodig aan droge stof uit ruwvoer. Voor een paard van 600 kg wil dit dus zeggen 6 tot 9 kg droge stof uit ruwvoer.

Hoeveel kilo product je precies moet verstrekken, is afhankelijk van het droge stofgehalte van het product.

Hieronder is een voorbeeld gegeven van de ruwvoerbehoefte voor een paard van 600 kg:

Ruwvoer Droge stofgehalte Aantal kilo product / dag
Hooi Ca. 85-90% 7 tot 10 kg
Kuilgras Ca. 60-65% 10 tot 15 kg
Gras Ca. 15% 40 tot 60 kg

Bovenstaande tabel is een indicatie. Hoeveel kilo je verstrekt is afhankelijk van de voedingsconditie en de behoefte van je paard. Bovendien kan de kwaliteit van ruwvoeders verschillen. Het is daarom raadzaam om je ruwvoer regelmatig te laten analyseren. Je kunt natuurlijk ook een combinatie van verschillende ruwvoeders verstrekken.

Meten is weten: weeg je ruwvoer daarom ook regelmatig. Het afwegen van ruwvoer kan heel eenvoudig met een kofferweger of ga eerst zonder en vervolgens met het ruwvoer op een weegschaal staan!

HippoLuz

Door HippoLuz over de brok te geven of deze erdoor te mengen, kauwt het paard langer op de brok, gaat meer speekselen, maar heeft de brok ook een langere verblijftijd in het maag- darmkanaal.

Meer informatie en bestellen >

Blijf op de hoogte en mis geen blogs!

Vul uw e-mailadres in en ontvang al onze nieuwe blogs direct in uw mailbox.