In de winter hebben veel paarden geen of beperkte toegang tot gras. Bovendien groeit het gras in de winter minder of niet en is het gras dat er staat daarom arm aan voedingsstoffen. De gevoelige spijsvertering van paarden vraagt om een geleidelijke overgang in het rantsoen naar het rijke voorjaarsgras. Maar hoe moet je de voeding tijdens het weideseizoen nu precies aanpassen?
Soort weide
Gras bevat over het algemeen meer eiwitten en energie dan hooi of voordroog. Bij weidegang wordt daarom vaak minder krachtvoer gegeven, omdat het paard op het gras makkelijker op gewicht blijft of snel te dik wordt. Maar dit is niet altijd correct. Dat is namelijk afhankelijk van het soort weide waar een paard op staat. Is dit een rijke, groene wei met veel gras of juist een armere, kale weide?
Een rijke wei bevat vaak veel eiwitten, energie en suikers, maar het bevat ook veel vocht. Gras bestaat immers voor 85% uit water. Dit gras van een rijke wei heeft een laag droge stof gehalte; waardoor een aanvulling van structuur nodig kan zijn. Een arme kale wei bevat daarentegen vaak voornamelijk structuur, al zal een paard er hier langer over doen om net zo veel droge stof op te nemen als op een rijke weide. Wel zal een paard op een arme weide eerder behoefte hebben aan een aanvulling van eiwitten en energie.
Beide soorten weides hebben voor wat betreft de voedingswaarden dus voor- en nadelen, maar ze hebben beiden ook risico’s. Paarden die gevoelig zijn voor bijvoorbeeld overgewicht of hoefbevangenheid kunnen beter niet, of zeer beperkt op een rijke weide gezet worden. Het nadeel van een echt kale wei is dat paarden makkelijker zand binnenkrijgen en dat verhoogt de kans op zandkoliek.
Andere variabelen
Een weide bevat bovendien niet het jaar rond dezelfde voedingswaarden. Zo is voorjaarsgras rijker dan later in het seizoen. Veel paardenweides worden intensief gebruikt en 1 keer per jaar bemest. Hierdoor wordt de voedingswaarde aan het einde van het weideseizoen ook minder. In de herfst is er bijvoorbeeld weer meer vocht, waardoor het droge stof gehalte lager kan zijn en in de winter is er minder licht en warmte, waardoor het gras minder hard of niet groeit. Om de voedingswaarde van het gras te bepalen, moet je een ruwvoeranalyse uit laten voeren. Omdat de voedingswaarden gedurende het jaar dus variëren, is het raadzaam dit enkele keren per jaar te doen.
Behalve de soort weide moet ook gekeken worden naar het aantal uren dat een paard op de wei staat en gras op kan nemen. In een weiland met veel gras eet een paard van 600 kilo ongeveer 3 tot 5 kilo gras per uur. Daarvan neemt hij tussen de 450 en 750 gram droge stof op. Een paard heeft minimaal 1,5% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof per dag nodig. Voor een paard van 600 kilo is dit dus zo’n 9 kilo. Om dat allemaal uit een weiland op te nemen, zou het paard dus tussen de 12 en 20 uur per dag moeten kunnen grazen! Van nature graast een paard zo’n 16 uur per dag, dus is een aanvulling al gauw noodzakelijk. Zeker wanneer een paard niet 24/7 op de wei staat.
Daarnaast in de conditie van het paard bepalend of een aanvulling noodzakelijk is. Een schraal of dun paard zal meer aanvulling nodig hebben dan een paard met (aanleg voor) overgewicht. Bovendien is de intensiteit en hoeveelheid arbeid die een paard verricht, bepalend voor de aanvulling die hij nodig heeft.
Ruwvoer, krachtvoer of vitaminen en mineralen bijvoeren?
Alleen op basis van een goede ruwvoeranalyse kan gericht aanvullend gevoerd worden. Afhankelijk van de voederwaarden van de weide kan gekozen worden voor een aanvulling van structuur, eiwitten en energie. Structuur kan worden aangevuld door middel van ruwvoeders; bijvoorbeeld in de vorm van hooi of voordroog. Ook eiwitten en energie kunnen worden aangevuld vanuit ruwvoerders, maar ook in de vorm van krachtvoeders; zeker voor paarden die flink moeten werken en veel zweten is dit belangrijk. Ook dragende of lacterende merries en jonge paarden in de groei zullen een aanvulling nodig hebben, die is afgestemd op hun behoefte.
Voor alle paarden geldt dat zij een aanvulling van vitaminen en mineralen nodig hebben naast de weidegang. Weides bevatten niet altijd voldoende hiervan en de kwaliteit van het gras is niet het hele jaar constant. De Paardenlikemmer is een ideale aanvulling van vitaminen en mineralen voor paarden die weinig of geen krachtvoer krijgen en kan zelfs in het weiland geplaatst worden. De paarden zullen hiervan naar behoefte nemen. Een andere goede aanvulling is de vitaminekorrel Granulor NAS-TROP. Voor een onderhouds- of basis-sportbehoefte is 30 gram per 100 kg lichaamsgewicht hiervan al voldoende.
Paardenlikemmer
Bij paarden en pony’s die weinig tot geen krachtvoer krijgen, kan een tekort aan mineralen, sporenelementen en vitaminen ontstaan. De Paardenlikemmer is dan de ideale aanvulling tijdens weidegang.
Blijf op de hoogte en mis geen blogs!
Vul uw e-mailadres in en ontvang al onze nieuwe blogs direct in uw mailbox.